Van Tafelberg naar Tygerberg (2)
Het werken op de afdeling begint langzaam te wennen. Wat eerst een organisatie zonder structuur leek te zijn, blijkt toch wel enige structuur te hebben. Er lopen heel veel verpleegkundigen rond, maar allemaal met een verschillende rang en bijbehorend opleidingsniveau. Inmiddels ben ik er wel ongeveer achter welke “sisters” aan het hoofd van de afdeling staan. Zij kunnen je behoorlijk goed op weg helpen en zijn ook van harte bereid dit te doen. Mijn achternaam blijft wel een bron van vermaak, zoek maar in het woordenboek wat een “loo” is in het Engels en dan snap je wel waarom…
Vaders zien we hier op de afdeling niet veel. De moeders zijn absoluut de belangrijkste zorgverleners voor de kinderen. Vaders zijn soms helemaal niet in beeld, soms werken ze en als de mensen verder van het ziekenhuis vandaan wonen betekent dat vaak dat de moeder bij het zieke kind blijft slapen en de vader thuis is en werkt. Blijven slapen bij je kind is hier wel wat anders dan op een opklapbed ernaast, zoals in het AMC. Hier hebben de moeders hooguit een stoel en moeten hun eigen deken meebrengen. Sommige kinderen hebben ook geen moeder in hun buurt. Veel moeders zijn zelf ziek en daardoor niet in staat voor hun kind te zorgen. Anderen hebben nog meer kinderen of een baan en kunnen daardoor niet blijven als de opname lang duurt. Sommigen hebben geen geld voor het vervoer van en naar het ziekenhuis en kunnen om die reden niet komen. Veel sociale problemen dus en veel te weinig oplossingen. Er zijn wel een aantal kindertehuizen en hospices, maar net als in Nederland bestaan ook hier wachtlijsten!
HIV en Aids, tuberculose en ondervoeding, dat zijn de belangrijkste ziektebeelden die ik op mijn afdeling zie. Veel kinderen hebben een combinatie van deze problemen. Slechts een kleine minderheid van de kinderen op mijn afdeling is HIV negatief. Er is in principe wel voor iedereen behandeling met Aids-remmers beschikbaar, op voorwaarde dat de sociale omstandigheden regelmatige inname van medicijnen en de benodigde frequente controles toelaten. Dat dat vaak problemen oplevert hoef ik vast niet uit te leggen! Gelukkig hoef ik pas over een paar weken mijn eerste dienst te doen. Ik heb dus nog even wat tijd om meer routine te krijgen en vooral om wat meer te studeren.
Corné: de discussie over wel of niet behandelen wordt hier natuurlijk ook wel gevoerd, maar op een heel ander niveau. Te vroeg geboren kinderen met een gewicht beneden de kilo gaan niet naar de IC, ook niet als er plaats is. Ze zouden dan de plaats kunnen bezetten voor kinderen met een beter geboortegewicht en dus een betere prognose. Hetzelfde geldt voor de kinderen met full-blown aids. Ook zij gaan niet meer naar de ic omdat hun prognose daar te slecht voor is. Bij beperkte middelen maak je je keuzes op andere criteria en dat is denk ik ook wel reëel. Maar wel moeilijk, want dat betekent dat kinderen overlijden aan ziektes die op zich wel te behandelen zouden zijn.
2 Comments:
Lieve JMHMM,
Wat ben ik toch rijk met jullie!
Besef maar weer eens dat een goede gezondheid niet vanzelfsprekend is.
Maar dat wisten jullie natuurlijk al.
En toch ben ik er van overtuigd dat de wereld dit gezondheidsprobleem op kan lossen. Het is verschrikkelijk dat het niet gebeurd. En die druppel op die gloeiende plaat is altijd nog beter dan niets.
Ik bewonder je om je durf om dit te doen.
dikke kus xxx
6/7/06 21:17
Hoi Moniek,
Wat een verhaal, nu al...
Dat is toch wel even andere koek dan op de kinderafdelingen in Nederland. De besluiten of afspraken over wie wel en wie niet naar de IC mag, zijn duidelijk van een andere aard dan bij ons, maar niet minder reeel. Alleen zo hard als je bedenkt dat die zelfde kinderen, waren ze in Nederland geboren, wel een kans hadden gehad. Dan prijzen wij ons hier maar weer rijk...
Groeten, Sandra
9/7/06 20:59
Een reactie plaatsen
<< Home