Leef mee met ons avontuur aan de andere kant van de wereld. Terwijl Moniek van alles leert over tropische kindergeneeskunde in het Tygerberg Ziekenhuis, trekken John, Hannah en Mare er in Kaapstad op uit.

21 januari 2007

Nog één keertje dag zeggen

We gaan weer bijna terug naar Nederland, dus gaan we dag zeggen tegen iedereen in Kaapstad. We komen Francis, onze buurvrouw, tegen bij de Pick&Pay en ze gaat meteen een heel groot stuk chocola voor ons kopen. Dat vind ik wel lief van haar. En we gaan naar ons thuis-huis in Villa Marina. Daar gaan we onze spulletjes ophalen die we niet meegenomen hadden op vakantie. Gerda, ook een dokter uit Nederland, woont nu in ons huis. Alles moet in de lift en ik help papa en mama met sjouwen. Francis krijgt nog een kusje en dan gaan we weg.
Niet al ons speelgoed kan mee in het vliegtuig en volgens mama hebben we nog heel veel spullen in de opslag. Daarom hebben we een aantal dingen uitgekozen om aan andere kindjes te geven. Want hier zijn een heleboel kindjes die niet zoveel te spelen hebben. Eerst brengen we speelgoed naar het ziekenhuis waar mama en tante Siepie hebben gewerkt. Daarna gaan we naar het Tygerberg ziekenhuis, om onze tafel en stoeltjes weg te brengen. We gaan ook nog dag zeggen tegen Verna, Lucy en Shaida en de kindjes van het schooltje. Daar geven we mijn kassa en mijn keukentje aan de kindjes om mee te spelen. Ik vind het een beetje jammer om de kassa weg te geven, maar mama zegt dat ik in Nederland wel weer een nieuwe krijg. Dan is het goed! Mare en ik spelen gezellig met de kindjes en we eten fruit mee. Lucy schrijft voor ons nog de tekst op van het Xhosa-liedje Umzi Wadja en Verna schrijft nog iets liefs in mijn schriftje. Dan moeten we dag zeggen…
Een meneer en mevrouw van een schooltje voor arme kinderen komen Mare’s bedje en de rest van het speelgoed, luiers en kleren ophalen. Er blijft steeds minder over wat we mee naar huis gaan nemen.
Bij Henk en Althea gaan we ook dag zeggen. We gaan lekker eten, toostjes kaas en hotdogs. Samen met Henk speel ik op de djembee, en als we moe zijn gaan Mare en ik slapen. Papa en mama spelen risk met Henk en Althea en we gaan heel laat pas naar huis. Gelukkig zien we Henk en Althea nog een keer, dus we hoeven nog maar een beetje dag te zeggen.









Het is heel mooi weer en we gaan nog een keertje naar de Tafelberg. Met de kabelbaan naar boven en dan lekker een broodje eten op de berg. We gaan ook nog rondwandelen. Ik heb niet zo’n zin om te lopen, maar Mare loopt heel ver zelf. We kijken nog een keer heel goed naar Kaapstad, want we gaan morgen al weer naar Nederland. Dan zien we de opa’s en oma’s weer en hoeven we niet meer te skypen! En tante Siepie en omekenee zien we dan en ome Maurice en tante Linda en ome Krelis en tante Annemieke.
Maar we gaan nog 1 keertje uit eten en nog 1 keertje slapen in Kaapstad. We willen graag naar Fat Albert’s want daar is het heel leuk en lekker, maar die is gesloten! Ik moet heel hard huilen, maar gelukkig zegt mama dat als we nog eens een keer in Kaapstad komen, dat we er dan nog wel gaan eten. Dat wil ik wel!