Voor de oma's





Leef mee met ons avontuur aan de andere kant van de wereld. Terwijl Moniek van alles leert over tropische kindergeneeskunde in het Tygerberg Ziekenhuis, trekken John, Hannah en Mare er in Kaapstad op uit.
Mijn eerste dienst in het Tygerberg ziekenhuis heb ik overleefd. Zonder kleerscheuren wel te verstaan. De doordeweekse diensten worden gewoon aansluitend aan de normale werkdag gedaan. Om 16 uur wordt er een overdrachtsronde gelopen langs de verschillende afdelingen, waarbij de ziekste kinderen worden overgedragen. De start van deze dienst was heftig: tijdens de overdrachtsronde werd ik opgepiept voor een reanimatie op de afdeling neonatologie. Na een moeizame reanimatie de patiënt richting IC getransporteerd en aan de goede zorgen van een collega overgedragen. In die tussentijd was mijn supervisor al naar huis gegaan. Reanimeren doe je hier gewoon alleen, met collega’s die minder ervaren zijn dan jijzelf. De rest van de dienst was een stuk rustiger. Een beetje gepuzzel wat te doen met telefoontjes uit andere ziekenhuizen en welke patiënt waar gezien moet worden. Als arts assistent werk je hier veel zelfstandiger dan in Nederland. Je doet je eigen ding, begeleidt minder ervaren colega’s en vraagt af en toe een achterwacht om advies. Dat is op zich prima, maar even wennen omdat het toch wel heel anders is dan in Nederland, waar je supervisor veel meer naast je staat. Ook het gezondheidszorgsysteem zit heel anders in elkaar. Het Tygerberg ziekenhuis is een tertiar ziekenhuis, dat wil zeggen een academisch ziekenhuis waar complexe patiënten vanuit andere ziekenhuizen in de Weskaap naar toe verwezen worden. Daarnaast worden ook de patiënten uit de eigen regio gezien. Er zijn heel veel verschillende ziekenhuizen en klinieken in de buurt, ieder met hun eigen mogelijkheden en beperkingen waar ik natuurlijk nog helemaal geen zicht op heb. Zodra je de afdeling infectieziekten (waar ik overdag werk) verlaat, zie je gelukkig dat er nog heel wat andere ziektebeelden te zien zijn en dat echt niet iedereen HIV-positief is!
Eergisteren zijn we laat in de ochtend naar het Caturra Cafe getogen voor een lekker stuk lemon meringue pie. Helaas was er die dag geen lemon meringue pie… Maar dat mag daar de pret niet drukken, keuze genoeg en zo werden we geforceerd om
“ook eens iets anders te proeven”. Wat een straf! Dit keer werd gekozen voor een stuk carrot-pie (worteltjestaart) en een stuk hazelnoottaart. Ook weer om je vingers bij af te likken…
Hierna zijn we met z’n allen weer in de bus geklommen om een lekker toertje te maken. Het weer was niet echt geweldig. Het was bewolkt en van tijd tot tijd regende het zelfs. Maar op het mooiste uitzichtpunt scheen gelukkig de zon. Die zullen we dan wel verdiend hebben.
De route die we gevolgd hebben heet de Chapmans Peak Drive. Vanuit Sea Point (waar Caturra Cafe ligt) zijn we
langs de stranden van Clifton en Camps Bay gereden. Hierna rijd je naast de Twelve Apostels, even rondgereden in Llandudno, door Hout Bay heen gereden naar de tolpoorten van de Chapmans Peak Drive. We wilden eerst nog een stukje wandelen, maar er waren
niet echt goede wandelpaden (tenzij je geen rugdragers en/of kinderen bij hebt) en bovendien was het niet echt lekker wandelweer.
Dus maar weer snel terug in de bus en verder gereden. Bij diverse uitzichtpunten even uitgestapt voor een paar kiekjes en maar weer door. Alleen bij Chapmans Point zijn we er wat langer uit gegaan. Hier heb je e
en prima picknickview, alleen moet je dan wel picknickspullen bij je hebben. En dat hadden we dus niet. Wat een drama, nu zullen we nog een keertje terug moeten… Hopelijk dan wel met een stralend blauwe lucht. Op dit uitzichtpunt heb je een
prachtige zicht over de Houtbaai en de Atlantische oceaan. En niet te vergeten, de diepte! Bovendien heeft Hannah hier nog even lekker trapjes kunnen klimmen.
Hierna zijn we via de snelweg weer terug op weg naar huis gegaan. We moesten nog even langs Henk en Althea om de pieper (nee, geen aardappel) van Moniek op te halen en de geleende startkabels terug te brengen. De accu van de Golf was leeg en deze wilde afgelopen maandag uiteraard niet meer starten. Niet dat we aan de startkabels veel hebben gehad, de AA (lees: Zuid-Afrikaanse ANWB ) is er aan te pas gekomen met sleepdienst en al. De garage heeft het probleem weer verholpen en alle auto’s rijden gelukkig weer! Nadat we in de eerste week na ons vertrek door een zeker iemand werden beticht van het feit dat we het goede weer zouden hebben meegenomen, zijn we nu hier ook al aansprakelijk gehouden voor de natste winter sinds tijden! Fraai is dat!
Aan het einde van de middag gingen we nog een ijsje eten, met lekkere snoepjes erop. Er speelde een bandje een gezellig muziekje, daarbij hebben we nog zitten swingen in de haven. Jammer genoeg ging het toen weer regenen en moesten we snel weer naar binnen. Want anders word je nat en dat moet niet!
Na een ruime week over en weer sms-en, mailen en faxen is gisteren het contract met de huurders van ons huis definitief rond gekomen! Hier zijn we erg blij mee, want van 1 salaris 2 woningen financieren is toch niet zo interessant. Bovendien ziet het er naar uit dat ik voorlopig nog geen salaris ga ontvangen hier, want mijn registratie als arts in Zuid-Afrika is nog steeds niet rond. Mag je dan wel werken, hoor ik jullie vragen? Nee eigenlijk niet…. De prof hier heeft vooraf schriftelijk verklaard aan de ambassade dat ik niet zou werken voordat die registratie rond was. Op die voorwaarde heb ik een werkvergunning gekregen. Eenmaal hier bleek al meteen wat die verklaring waard was: helemaal niks dus, gewoon meteen aan de slag, registratie of niet! Het blijft toch echt wel Afrika… Zonder die registratie geen personeelsnummer en zonder personeelsnummer geen salaris! Erg lekker dus dat de hypotheek gewoon betaald kan worden van de huuropbrengst. Dat moeten we vieren dit weekend, met een heerlijk stuk lemon meringue pie bij Caturra Cafe!
In de middag zijn we met z’n allen op pad gegaan. We zijn gaan wandelen in Newlands Woud. Hannah eerst een stukje in de rugdrager mee en Mare in de buikdrager. Na een picknick op een bankje in het bos wilde Hannah wel een poosje zelf lopen. Daar hadden wij uiteraard geen bezwaar tegen, want die dame weegt aardig door op je schouders! Mare lekker in de rugdrager gezet en wandelen maar. We kwamen langs een stroompje water, helemaal bruinrood
verkleurd door de klei-achtige aarde. Er lagen behoorlijk wat stenen, kleintjes, maar ook wel flinke keien. Hannah laadde het door haar zelf meegebrachte tasje helemaal vol, en werd dan telkens boos als het te zwaar was om te tillen. Uiteindelijk snapte ze wel dat ze niet de grootste keien mee moest nemen. Het was een leuk spelletje en motiveerde haar om goed mee door te lopen. Na wat
geklauter kwamen we bovenaan bij een bruggetje. Alle
verzamelde stenen hier weer in het water gooien was ook erg leuk. Verder nog langs een hele mooie scheefgegroeide boom gekomen, waar Hannah samen met een paar andere kinderen lekker in kon klimmen. Er lagen best veel omgewaaide bomen. “Ombomen” noemde Hannah deze
bomen. Er moest maar gauw iemand komen om ze weer op te rapen, want dit moest zo toch echt niet, volgens Hannah. Mare vermaakte zich prima in de rugdrager, eerst alles goed in de gaten houden en later een lekker dutje doen. Na een lekker tochtje weer op huis aan, dit was zeker voor herhaling vatbaar!
Nou ben ik Muis niet voor één gat te vangen en ga eens informeren hoe dat hier allemaal werkt met dat proeven. Want het proeven van kaas moet je toch echt aan een kenner als ik overlaten! Dus zo gezegd, zo gedaan. Ik in mijn beste muizen-Engels geïnformeerd. Je kunt bij een kraampje een glaasje kopen met daarbij een bonnenboekje om 5 wijnen te proeven. Alles wat er te eten is, moet contant betaald worden. Dus ben ik eens bij Moniek wat Zuidafrikaanse Randjes gaan halen om me eens lekker te verwennen. Ik heb de volgende wijntjes geproefd:
* Een rode Shiraz van Boschendal
* Een Red Blend van Akkerdal (Wild Boar)
* Een witte Chardonnay Wooded van
Franschhoek Cellar
* Een droge rosé van Vrede en Lust (Barbère)
* Een rode Cabernet Sauvignon van
Verder heb ik het mezelf gemakkelijk gemaakt in de buggy van Hannah. Neutje in de hand, kaasje met crackertje erbij…. Wat meer kan een muis zich nog wensen!
Ook ben ik vrije webruimte aan het zoeken om ook onze foto’s per maand te gaan publiceren. En ik denk dat het me wel gaat lukken. Ook hiervan zal ik linkjes aanleggen. Lees dus niet alleen mee op de weblog, maar bekijk ook online onze “kiekjes”. Nou, als dat geen vrijdagmiddag-ik-heb-geen-zin-meer-om-te-werken-tijd gaat opvullen, dan weet ik het ook niet meer!
In het appartement boven ons wordt een nogal uitgebreide renovatie uitgevoerd. Hierdoor valt regelmatig de stroom uit in het hele gebouw. Na een paar uurtjes was dat steeds weer opgelost. Tot afgelopen maandag, toen de stroom wel uitviel maar bij ons in elk geval niet meer aanwilde. Gek genoeg deed het licht het wel en de electrische kookplaten ook. Maar alle stopcontacten waren zonder prik, dus geen wasmachine, waterkoker, computer of tv. Eerst dachten we nog dat het hoorde bij de gebruikelijke stroomstoringen waar we inmiddels aan gewend waren, maar toen we in de loop van dinsdag nog zonder stroom zaten vonden we het een beetje vreemd worden. Contact met het thuisfront over een huurder voor ons huis moest via sms-jes over en weer, in plaats van het o zo gemakkelijke skypen, waar we al aan gewend waren geraakt (of moet ik verwend zeggen?).
Op woensdag werd het erg lastig, want de was stapelde zich op, de telefoons raakten leeg en in de keuken had zich een flinke plas gevormd door het lekken van de koelkast. Overleg met de huisbaas hielp niet zo heel veel: zijn enige suggestie was zoeken naar een stoppenkast. Dat hadden wij natuurlijk al uitgebreid gedaan, zonder succes! Uiteindelijk hebben we zelfs panelen van kasten losgeschroefd om te zoeken naar de stoppenkast. Maar helaas, nog steeds geen succes! Onze bejaarde buurvrouw Frances schrok wel even toen ik ’s avonds bij haar aanklopte (het was pas kwart over 8 hoor!) en deed in nachthemd de deur open, die al uitgebreid voor de nacht vergrendeld was. Maar ze vond het geen probleem om ons vlees in haar koelkast te bewaren en ik mocht ook mijn telefoon bij haar opladen. Toen ik onze eigen deur weer binnen stapte met, zoals elke keer als we Frances tegenkomen, fruit en chocola in mijn handen, had John ineens de oplossing gevonden: de stoppenkast zat erg vernuftig verstopt. Na het omzetten van de aardlekschakelaar was het probleem uiteraard verholpen… Dus maar gauw weer even onze spullen opgehaald bij Frances, zodat ze rustig kon gaan slapen.
Ook is het ons vandaag niet gelukt om ons “boodschappenwagentje” te kopen, want ons met spoed overgemaakte geld zwerft nog ergens tussen Nederland en Zuid-Afrika… Als dat maar goed komt!
Omdat we met de auto’s nu even niet meer verder konden, zijn we maar naar Canal Walk (een grote commerciële shopping mall) gegaan. Nog wat inkopen gedaan en pasfoto’s laten maken voor als we dan eindelijk 1 of 2 auto’s op naam gaan laten zetten. Let wel, voor twee personen
pasfoto’s laten maken duurt hier ongeveer twee keer zo lang als je auto roadworthy te laten verklaren! Bij de Clicks (een soort Kruidvat) kun je pasfoto’s laten maken. Ze laten dan voor een stelling met compact flashkaartjes en andere fotogerelateerde randartikelen een wit rolgordijntje omlaag, schuiven hun eigen bureaustoel onder je billen en … lachen maar naar het digitale vogeltje! Een aparte gewaarwording. Zelfs de schaduw is op de pasfoto te zien!
Aangezien we nog niet echt “iets leuks” hebben gedaan op Moniek d’r eerste vrije dag zijn we ook nog even naar het strand van Camps Bay gereden. Met haar nieuwe emmertje, schepje en gietertje was Hannah
erg in haar nopjes in die “grote zandbak”.
Verder is vandaag onze landlord langsgeweest om een andere, wel werkende stofzuiger en de sleutel van de brievenbus te brengen. Je snapt nu dus wel wat ik volgende week onder andere mag gaan doen… jawel, stofzuigen!
Het werken op de afdeling begint langzaam te wennen. Wat eerst een organisatie zonder structuur leek te zijn, blijkt toch wel enige structuur te hebben. Er lopen heel veel verpleegkundigen rond, maar allemaal met een verschillende rang en bijbehorend opleidingsniveau. Inmiddels ben ik er wel ongeveer achter welke “sisters” aan het hoofd van de afdeling staan. Zij kunnen je behoorlijk goed op weg helpen en zijn ook van harte bereid dit te doen. Mijn achternaam blijft wel een bron van vermaak, zoek maar in het woordenboek wat een “loo” is in het Engels en dan snap je wel waarom…
Vaders zien we hier op de afdeling niet veel. De moeders zijn absoluut de belangrijkste zorgverleners voor de kinderen. Vaders zijn soms helemaal niet in beeld, soms werken ze en als de mensen verder van het ziekenhuis vandaan wonen betekent dat vaak dat de moeder bij het zieke kind blijft slapen en de vader thuis is en werkt. Blijven slapen bij je kind is hier wel wat anders dan op een opklapbed ernaast, zoals in het AMC. Hier hebben de moeders hooguit een stoel en moeten hun eigen deken meebrengen. Sommige kinderen hebben ook geen moeder in hun buurt. Veel moeders zijn zelf ziek en daardoor niet in staat voor hun kind te zorgen. Anderen hebben nog meer kinderen of een baan en kunnen daardoor niet blijven als de opname lang duurt. Sommigen hebben geen geld voor het vervoer van en naar het ziekenhuis en kunnen om die reden niet komen. Veel sociale problemen dus en veel te weinig oplossingen. Er zijn wel een aantal kindertehuizen en hospices, maar net als in Nederland bestaan ook hier wachtlijsten!
HIV en Aids, tuberculose en ondervoeding, dat zijn de belangrijkste ziektebeelden die ik op mijn afdeling zie. Veel kinderen hebben een combinatie van deze problemen. Slechts een kleine minderheid van de kinderen op mijn afdeling is HIV negatief. Er is in principe wel voor iedereen behandeling met Aids-remmers beschikbaar, op voorwaarde dat de sociale omstandigheden regelmatige inname van medicijnen en de benodigde frequente controles toelaten. Dat dat vaak problemen oplevert hoef ik vast niet uit te leggen! Gelukkig hoef ik pas over een paar weken mijn eerste dienst te doen. Ik heb dus nog even wat tijd om meer routine te krijgen en vooral om wat meer te studeren.
Corné: de discussie over wel of niet behandelen wordt hier natuurlijk ook wel gevoerd, maar op een heel ander niveau. Te vroeg geboren kinderen met een gewicht beneden de kilo gaan niet naar de IC, ook niet als er plaats is. Ze zouden dan de plaats kunnen bezetten voor kinderen met een beter geboortegewicht en dus een betere prognose. Hetzelfde geldt voor de kinderen met full-blown aids. Ook zij gaan niet meer naar de ic omdat hun prognose daar te slecht voor is. Bij beperkte middelen maak je je keuzes op andere criteria en dat is denk ik ook wel reëel. Maar wel moeilijk, want dat betekent dat kinderen overlijden aan ziektes die op zich wel te behandelen zouden zijn.