
Volgens papa en mama gaan we dit weekend voor de laatste keer een weekendje weg in een huisje. We hebben strakjes nog wel 3 weken vakantie, maar dat is zonder tante Siepie. Dus is papa al weer druk in de weer met boodschappen doen en spulletjes inpakken. Mama is lekker vroeg thuis dus kunnen we ook lekker vroeg vertrekken. Dit keer gaan we naar een stadje hier niet ver vandaan genaamd Simon’s Town. Eigenlijk minder dan een uurtje rijden maar we maken een ommetjie langs Kommetjie (hi hi, grappig hè?). Hier rijden we lekker langs de kust en kunnen we net als thuis naar de oceaan kijken. Al voor het eind van de middag komen we in het stadje aan en gelukkig kunnen we al ons huisje in. Eigenlijk was het niet echt een huisje maar de zolder van die aardige mevrouw en meneer. Die wilde denk ik graag een centje bijverdienen en hadden de zolderkamer opgeknapt tot een soort huisje, zeg maar. Om niet door het hele huis heen te hoeven lopen met al onze spullen, hadden ze aan de achterkant ook een ingang. Dat was wel een erg steil pad oplopen. Dat klimmen was niet leuk voor papa zijn zere “Dirk” (vanmorgen vroeg werd hij wakker met een OZOD: een ontzettend zere ochtend “Dirk”).

Ik werd gelukkig op handen gedragen! Papa, mama en tante Siepie deden de rest. Het was een erg leuk huisje en vanuit de ramen kon je de bergen, de zee en de haven goed zien.
’s Avonds zijn we nog uit gaan eten. Na eerst drie keertjes heen en weer gelopen te hebben, heeft Hannah dan maar beslist dat we bij Lord Nelson Inn gingen eten. Het menu was helaas niet bijzonder en het eten ook maar zo zo. Maar niemand wilde koken, dus heeft er ook niemand gemopperd. Alhoewel ik het ineens beu was en me om van alles en niets druk begon maken. Herrieschoppen kan ik best goed, weet je? Vraag maar aan die meneer van Andiamo’s. Of was het nou een mevrouw? Omdat ze niet wisten of ze wel toetjes hadden, duurde het me allemaal veelste lang. De baas van de Inn kwam al vragen of we zo weggingen omdat er mensen geklaagd hadden dat ik zo’n lawaaiapparaat ben. Dus maar snel de rekening betaald en die ouwe meneer en mevrouw lachend aangekeken terwijl we naar buiten gingen. Kunnen ze eindelijk in alle rust gaan eten!

Na een nachtje slapen op de slaapkamer van tante Siepie zijn we vanmorgen naar het Cape Point National Park geweest. Hier ben ik natuurlijk al veeeel vaker geweest. Een keertje met Omekenee en een keertje met opa Snor en oma Els.

Papa was er ook altijd bij, die heeft toch alle dagen niks te doen. Studeren zegt-ie, maar dat geloof ik niet. Of hij moet het doen al ik lig te slapen! Eerst zijn we naar Cape Point gegaan. Deze keer hoefde papa gelukkig mij niet helemaal naar boven te dragen. Dat deed “de Vliegende Hollander”. Dit is de funicular, een moeilijk Engels woord voor treintje volgens mama. Omdat tante Siepie, mama en Hannah naar de oude historische vuurtoren wilde gaan kijken, bleven papa en ik even wachten. En toen ze terugkwamen waren ze ons zomaar kwijt. Dat kwam omdat papa met mij in een huisje naar binnen was gegaan en dat wisten ze even niet.



Toen we elkaar weer hadden gevonden zijn we broodjes gaan eten. Daarna zijn we gaan wandelen naar het uiterste puntje waar de nieuwe vuurtoren staat. Deze erg gevaarlijke wandeling zou 1 ½ uur duren volgens het bordje. Maar in vergelijking met onze eerste wandeling in Cederberg was dit een peulenschilletje. Zelfs voor papa! Binnen een uurtje stonden we weer terug bij hetzelf

de bordje. Goed hè? En gevaarlijk was het ook niet, tenzij het nog harder zou waaien. En hoewel we een retourtje met die Vliegende Hollander hadden geboekt, zijn we toch met de benenwagen (Hannah vindt deze uitdrukking erg gek) naar beneden gekuierd. Helaas was het ijsjes eten beneden niet zo’n succes en moest Hannah ook wel

twee keertjes gaan plassen om zo haar onderbroekje niet nat te maken. Eenmaal in de bus hebben Hannah en ik nog lekker zitten geiten achter het stuur van de bus.
Bij Kaap de Goede Hoop zijn papa, Hannah en ik in de bus blijven zitten.

Het waaide heel erg en mama en tante Siepie wilden de berg nog even beklimmen voor het mooie uitzicht. Wij hebben lekker op de achterbank spekkies zitten eten. Laat ze maar lekker even (uit)waaien! Op de terugweg hebben we nog struisvogels gezien langs de kant van de weg.

Bij ons huisje aangekomen hebben we lekker weer eens een braai gehouden. Papa heeft iets nieuws ontdekt tijdens het boodschappen doen: houtskool in een aansteekzak. Lekker makkelijk! En hij was ook erg in zijn nopjes toen hij na een klein halfuu

rtje kon melden dat het vlees er al op kon! In de keuken waren mama en tante Siepie daar niet zo blij mee. Die hadden gerekend op zeker nog een halfuur tot een uurtje extra en alles was nog lang niet klaar! Gelukkig kon papa nu ook wat meehelpen en konden we snel lekker eten. Met een gevulde maag zijn we weer lekker gaan slapen.
De volgende ochtend moesten natuurlijk al die spullen weer over het steile steegje naar beneden en in de bus. Daarna op pad naar Boulders Beach. Weer zo eentje in de categorie “been there, done that, seen that”. Papa had het met die pinguïns ook wel gezien en die bleef lekker in de bus zijn boek lezen. Het is al zijn vierde boek! Zie je wel dat hij echt niks te doen heeft!

Maar omdat ik het niet voor het kiezen heb, moest ik mee. Dat vond ik helemaal niet zo leuk en ik besloot dan ook maar om lekker dwars en brullerig te doen. Na het pinguïns kijken is mama nog even een klein trommeltje voor Hannah gaan kopen zodat ze ook thuis haar “umdji-wah-tja”-liedje kan oefenen wat ze bij Verna leert. Dat is vast iets van het komende Kerstconcert wat ze binnenkort

gaan houden.
We hebben ook nog even wat geluncht bij een restaurantje aan de jachthaven van Simon’s Town. Daar besloten we maar alvast warm te eten zodat we vanavond lekker makkelijk een boterham kunnen eten en vroeg naar bed kunnen.
Via de Chapman’s Peak Drive (n.v.p. b.t., d.d., s.t.) zijn we op het strand van Houtbaai aangekomen. Die hele Chapman hebben Hannah en ik even gemist, ‘n dutje gedaan! Op het strand stond heel veel wind, dus het koude water zijn we niet in geweest. We hebben wat met zand en water gespeeld. En na een uurtje ofzo zijn we met zand in en achter onze oren weer terug naar huis gereden. Snel in bad, eten en … naar bed naar bed zei Duimelot! In bed lig ik nog even kort na te genieten. Wat was het weer leuk dit weekend…